TRIJNTJE
Op De Etage is het Betuweroutepaviljoen. Met een replica van de belangrijkste vondst op het tracé van de Betuweroute: Trijntje, een ± 7500 jaar terug dicht bij het museum begraven vrouw. Thans het beginpunt van de Canon van Nederland.
VROUW
Deze oudst bekende begraving en bewoning van west Nederland is in 1997 ontdekt tijdens archeologische opgravingen van de goederenspoorlijn tussen Rotterdam en Duitsland.
Een van de gevonden skeletten betreft een vrouw van ruim 40 jaar. Ze heeft meerdere kinderen gebaard. Haar skelet wordt in het Openluchtmuseum in Arnhem geëxposeerd. Dit verkeert in goede staat, waaruit blijkt dat ze tijdens haar leven in goede gezondheid leefde. Haar tanden waren sterk afgesleten door het eten van ruw voedsel of door het met de tanden bewerken van dierenhuiden, wat in die tijd veel voorkwam.
DONK
Ze werd rond 5500 v. Chr begraven op een donk, een rivierduin, in wat nu de polder Giessendam is. Ze leefde daar in de Midden Steentijd. Ze is gereconstrueerd en neergelegd in dezelfde positie als tijdens haar begraving. De naam Trijntje is een idee van de bij de opgraving betrokken studenten. Het verwijst naar het feit dat ze werd gevonden bij de aanleg van de spoorlijn van de door treinen bereden Betuweroute.
Trijntje en de andere geëxposeerde archeologische vondsten zijn in bruiklenen van het Rijksmuseum voor Oudheden te Leiden.
Meer weten over de herkomst van Trijntje.
Klik dan hier om de podcast te beluisteren
Klik hier om een filmpje over Trijntje te bekijken.
Filmpje is gemaakt door Aukje Hamstra |
in het kader van een afstudeerproject aan de PABO
GEDICHT
Haar mooiste stenen
De lucht gaat dicht.
Donker kruipt uit de struiken.
Kou maakt de takken wit.
De moeder ligt in de hut.
Tussen haar stijve vingers
omknelt ze het laatste hout
Zwijgend staan de jagers om haar heen.
De kinderen dekken haar toe.
Met hun grootste verdriet.
Met haar mooiste stenen.
Met de warmte van pelzen.
Uit ‘In Dichter’ Gil van der Heyden